Franziska Schervier

Franziska Schervier 1819 – 1876

Zij werd op 3 januari 1819 geboren in de Duitse stad Aken als dochter van een industrieel. Haar peetoom was keizer Frans I van Oostenrijk. Clara Fey ( 1894: feest 8 mei ) en Paulina von Mallinckkrodt ( 1881: feest 30 april ) waren schoolvriendinnen van haar. In 1845 stichtte zij de Congregatie van Arme Zusters van Sint Franciscus. Zij deden aan allerlei vormen van liefdewerk.
Zo stond Franziska zelf aan het hoofd van vrouwentuchthuizen en heropvoedingsgestichten. De orde verspreidde zich in Duitsland en de Verenigde Staten.
Op leeftijd van 55 jaar overleed Franziska Schervier op 14 december 1876 in haar woonplaats.
Op 14 september in 1896 was ze plechtig in de kapel van het nieuwe moederbedrijf van de Arme Zusters overgebracht naar Aken.
Op 28 april 1974 werd Franziska Schervier in een feestelijke liturgie in de St.Pieter ’s Basiliek in Rome door paus Paulus VI zalig verklaard. In 2008 werd de heiligverklaring proces begonnen.
De warme band van Franziska Schervier met Dora Visser

 

Een voorzegging van genezing van Franziska Schervier door Dora Visser

Een voorzegging van een genezing, die Dora doet en die Kerkhof op schrift stelt, betreft de algemeen-overste van de arme zusters Franciscanessen in Aken. Tussen Dora en deze zuster Franziska ( FranziskavSchervier uit Aken ) bestaat een warme geloofsband. De overste en haar medezusters bezoeken Dora en haar zuster Johanna regelmatig en over-en-weer betrekken zij elkaar in hun gebeden. Op een gegeven moment wordt zr. Franziska echter ernstig ziek. Doodziek! Vanuit Aken komt een koerierster naar Gendringen om dit aan Dora te vertellen en om haar gebed te vragen. Dora is zeer verslagen over deze boodschap en gaat meteen voor haar in gebed. In extase vertelt zij kapelaan Kerkhof kort daarop dat Moeder Maria haar het volgende advies gegeven heeft: ‘…. Men moet witte boommos opzoeken, in een zakje naaien en dit op de borst van de zieke leggen. Maakt haar dit bekend. En het zal ook goed zijn, dat Gij (Kerkhof) derwaarts gaat om met de overste te spreken…….’ Kapelaan Kerkhof schrijft het advies op en geeft dit aan de koerierster mee terug.
In Aken vindt men het echter een ‘vreemde’ raad en men durft de zieke niets van dat ‘witte boommos’ te vertellen. Bij zijn bezoek aan Aken krijgt Kapelaan Kerkhof te horen, dat de zusters het een nogal zonderlinge tip hadden gevonden, maar dat zij die ochtend het witte boommos toch waren gaan zoeken. De Kapelaan vertelt de doodzieke zr. Franziska dat Moeder Maria aan Dora tijdens een extase heeft medegedeeld dat zij weer zal herstellen……….. ‘En waarlijk’, aldus Kerkhof in zijn dagboek….’Ik sprak geheel den avond met deze zieke zonder dat het haar hinderde of vermoeide, en nog dien zelfden avond stond zij op en gevoelde de ziekte geweken, tot groote verwondering der zusters en tevens tot grote blijdschap, maar nog meer verwonderden zich de geneesheren. En ziet: Franziska was spoedig weder geheel hersteld en kon haar vele en moeilijke werkzaamheden weer hervatten en heeft nog langer geleefd dan Dora zelve. Zij is een half jaar na Dorothea Visser gestorven . Wat nu de genezing betreft; dit laten wij hier weder in het midden; maar zeker is het alweer dat Dora ook de deze wonderdadige genezing vooruit gezegd heeft, wat wij alleen hier maar willen constateren’, aldus de kapelaan, die bij herhaling stelt dat het een merkwaardig verhaal is dat hij te vertellen heeft, maar dat hij uitsluitend weergeeft wat: ……….’hijzelf heeft meegemaakt en persoonlijk ondervonden…….’